Beste Mensen
Er bestaat een mooie legende bij de Indianen over het op de wereld komen van de mais.. Mais is bij Midden- en Zuid-Amerikaanse stammen het basisvoedsel en net zoals er een Perzisch verhaal is over het ontstaan van het graan is er ook een overlevering over de komst van de mais..
Er was eens… Er was eens een oude vrouw, zo oud dat ze spoedig zou sterven. Nu was het de gewoonte bij de stam dat als de dood naderde, je afscheid nam en je terugtrok in de wildernis om daar het einde af te wachten, vooral als er honger heerste in de stam.. Ook zo bij deze vrouw en haar stam trok verder op haar zoektocht naar vruchtbare velden.. Het was echter nog niet haar tijd en ze werd liefdevol opgenomen door een andere langstrekkende stam. Na een aantal jaren kwam toch haar einde naderbij en ze vertelde haar nieuwe stamleden het volgende: Jullie hebben een oude, voor jullie vreemde vrouw in jullie midden opgenomen en gevoed. Hiervoor wil ik jullie danken, en als dank ik zal zorgen dat jullie nooit honger zullen hebben. Na mijn dood moeten jullie mij met losse haren over een akker dragen. Aldus geschiedde, en na een aantal dagen kiemde er op de akker onbekende zaailingen .De eerste maisplantjes. Na een aantal maanden waren de maiskolven rijp en was de stam een nieuw gewas rijker. De zilveren draden die uit een jonge kolf hangen zijn de herinnering aan de zilvergrijze haren van de oude vrouw.. U moet eens zo`n kolf voorzichtig open maken, aan ieder maiskorreltje zit zo`n zilvergrijze draad. Mais is een windbestuiver. De mannelijke bloem is de pluim boven aan de plant en die produceert een wolk van stuifmeel. De kolf is de vrouwelijke bloem, ieder zaadje heeft een eigen draad naar buiten om een stuifmeelkorreltje te vangen en bevrucht te worden. Bij ongunstig nat weer of als de mais in een enkele rij staat en het stuifmeel ongebruikt wegwaait, krijg je slecht gezette kolven, waarvan niet elk korreltje is uitgegroeid. Bijna alle mais die je op de akkers ziet is voedermais, mais met een hoog zetmeelgehalte voor het vee. Suikermais is heerlijk zoet, jong zo van de kolf te eten, en anders even gekookt of op de barbecue. Wij zijn blij dat het seizoen begint, we hebben driemaal met tussenpozen gezaaid en hopen tot eind September op deze lekkernij. Met dank aan een oude Indiaanse vrouw.
Met hartelijke groet, Sijmen